Kind'ren des konings, waarom zoudt gij slapen?

Kind'ren des konings, waarom zoudt gij slapen?

Vers 1
Kind’ren des konings, waarom zoudt gij slapen?
Hoe kunt gij sluim’ren, de hemel zo na?
Staat op uw wacht en trekt aan uwe rusting;
haast u, want Jezus, uw Meester, komt dra.

Vers 2
Kind’ren des hemels, hoe kunt gij nog dralen
als voor uw ogen de eerkroon reeds blinkt?
Op, snel, bereidt u, de Bruiugom zal komen,
door alle eng’len des hemels omringd.

Vers 3
Ziet, hoe de mensen op aarde reeds smachten,
vrezen en beven voor Godes gezicht
Hoort! ’t Is het dreunen der vurige wagens,
kind’ren des hemels, verstaat toch uw plicht.

Vers 4
Laat u niet binden door ijd’le genoegens
want aardse vreugde gaat spoeding voorbij
Breekt toch beslist met de banden der zonde,
broeders en zusters, breekt door en wordt vrij!

Vers 5
Heft uwe hoofden omhoog naar de hemel,
ziet, van de bergen verschijnt reeds het licht
Jezus zal komen in eer en in glorie;
kind’ren des hemels, uw heil is in ’t zicht.

© Publiek domein

Details

Dichter: Fanny Crosby

Tempo: Normaal

Liedbundel: Johannes de Heer

Downloads

Begeleiding nog niet beschikbaar